Methode Han Boswinkel

We kennen het allemaal: een stapeltje losse vellen en de vraag daar een boek van te maken…. Er zijn vele manieren om losse vellen te binden maar overhands naaien (driegen) is duidelijk de sterkste en meest flexibele manier. Er is één voorwaarde: de witmarge aan de rugzijde moet minimaal 7 mm breed zijn.

Ik beschrijf hier twee manieren, waarbij de eerste gebruik maakt van een driegmal.
Je kan makkelijk zelf een driegmal maken. Zie de tutorial ‘Een driegmal maken’.

Nodig

  • Losse vellen die het boekblok gaan vormen, witmarge van minimaal 7 mm aan rugzijde
    Garen, niet te dik, bijv. no. 40 of 50 en een stompe naald
    PVA lijm
    Schutbladen
    Gaas
    Boormachine met een boortje dat iets dikker is dan de naald (± 1,5 mm)
    Driegmal (optioneel)

Met driegmal

Zorg dat de losse bladen goed recht liggen en schoon zijn aan de rugzijde. Voeg voor en achter een extra (mors)vel toe. Leg de stapel nu in de mal. Leg een extra plankje onder de vellen zodat je tijdens het boren geen gaten in je mal maakt. Let goed op de verdeling van de naaigaten. Hou rekening met de snijmarges aan kop en staart! Kantel de hele mal zodat de rug op de tafel ligt en stoot het geheel goed recht. Draai de vleugelmoeren aan en kantel de mal weer recht

Lijm de boekblokrug dun in met PVA en laat even drogen

Boor nu de gaten. Dit gaat het gemakkelijkst met een kleine boormachine zoals een Dremel of Proxxon, maar met een beetje beleid moet het met een gewone boormachine ook wel lukken. Ook met een handboortje (booromslag) gaat het prima, wees alleen voorzichtig, de boortjes breken snel. Boor, als het gaat, in één keer door het boekblok. Let erop dat de gaten goed haaks worden, gebruik eventueel een boorstandaard. Het toerental van de boormachine moet niet te laag zijn, want dan loopt de boor vol met papier. Zet de boormachine ook niet meteen op de hoogste stand want dan verbrandt het papier! Haal de boor een paar keer op en neer om het papierzaagsel kwijt te raken. De maximale boekblokdikte wordt bepaald door de lengte van de boor. Als het boekblok dikker is moet het in dit stadium in delen worden verwerkt. Let er wel goed op dat de gaten in alle delen op dezelfde plaats komen.

Na het boren kan het boekblok voorzichtig uit de mal gehaald worden.

Zonder mal

Veel van wat geldt voor het driegen met mal geldt ook voor driegen zonder: de keuze van boormachine, de manier van boren, enz.

Zorg dat je boekblok mooi recht en haaks ligt met een extra vel voor en achter. Vooral de rug moet heel goed recht liggen! Leg er wat gewicht op om verschuiven te voorkomen. Lijm de rug dun in met PVA en laat drogen.

Zet op het voorblad evenwijdig aan de rug een streep op ongeveer 3 tot 4 mm uit de rug. Op deze lijn komen de naaigaten. Verdeel de naaigaten gelijkmatig over deze lijn. Ze komen ongeveer 2 cm uit elkaar.

Nu komt het lastige deel, het boren. Leg het boekblok met de rug goed haaks en onder bezwaar op een oude plank. Gebruik een niet te dikke boor. Boor de gaten goed recht en haaks. Het werk wordt een stuk gemakkelijker met een boorstandaard. Zie ook ‘met de driegmal’ voor tips.

Het naaien

Na het boren kan het boekblok in “katernen” worden verdeeld, maar zet eerst met viltstift een schuine lijn (collationeerlijn) op de rug. Dit zorgt er voor dat de juiste volgorde bewaard blijft bij het naaien.

Snij met een boekbindmes steeds een stapeltje vellen los. Eerst het boekblok goed vlak openvouwen en dan snijden (foto 3)

De dikte van de katernen is afhankelijk van de papierdikte: 8 vel bij 80 grams, 16 vel bij 60 grams en 4 vel bij 200 grams papier. Hoe dunner de katernen, hoe soepeler de rug.

Nu kan het naaien beginnen. Neem een flink lange draad en een stompe naald. Je begint  bij de staart van het laatste katern. Je steekt van onder naar boven, laat een eindje draad uitsteken, steekt nogmaals door hetzelfde gat en legt een enkel knoopje in de draad. Dan naai je met een overhandse steek richting kop (altijd vanaf de onderzijde!) en je houdt voordurend spanning op de draad!

Bij de kop aangekomen kom je uit aan de bovenzijde van het katern en nu ga je nogmaals door hetzelfde gat om de draad te fixeren. (foto hieronder, links), N.B. Voor de betere zichtbaarheid is hier dik rood garen gebruikt).

Neem nu het tweede katern en steek de naald van onder door het eerste gat van het tweede katern en leg dit katern nu op het eerste katern. Steek nogmaals vanaf de onderzijde door het eerste gat van het eerste katern zodat deze nu met elkaar verbonden zijn. Naai vervolgens beide katernen verder aan elkaar, door telkens de naald vanaf de onderzijde naar boven te steken. Aan het eind van de naaitoer aangekomen lus je het tweede katern ook weer aan het eerste vast. Deze laatste steek wordt altijd van buitenaf gemaakt, waardoor aan de beide uiteinden een ‘dakpan-patroon’ ontstaat. Het voordeel hiervan is dat het boekblok goed scharniert. (foto hieronder, midden))

Zorg voor een stevig naaisel door de draad steeds goed strak te trekken.

Neem nu het derde katern en steek de naald door het eerste gat van dit katern en lus dit vast aan het tweede katern.
Naai nu verder door vanaf de onderzijde van het tweede katern het derde katern net zo vast te naaien als men het tweede katern aan het eerste heeft bevestigd. (foto hieronder, rechts)

Op deze wijze naait men steeds het volgende katern vast aan het vorige.

Eventueel kan men bij bovenstaande naaimethode ook bandjes meenaaien voor een nog steviger verbinding met de band.

Hecht na het laatste katern de draad op de gebruikelijke wijze af. Zet het boekblok tussen twee persplanken in de pers om de garenopdikking af te persen.

Afwerken

Na het afpersen kunnen we het boekblok afwerken.

Scheur de extra velletjes voorzichtig uit het boekblok. Lijm een dubbel schutblad op de voor- en achterzijde van het boekblok. De lijmrand van het schutblad moet het naaisel net bedekken.

Zorg dat het boekblok goed haaks is en lijm de rug dun in met PVA en laat drogen. Je kunt het boekblok nu schoon snijden en eventueel rondslaan. Werk het boekblok verder op de gebruikelijke wijze af met kapitaaltje en gaas.

Het boekblok is klaar en je kunt de band gaan maken net als voor een gewone bandzetter.